De IronMan en een ode aan de paralympische atleten



Afgelopen maand finishte ik na 1,9 km zwemmen, 90 km fietsen en 21,2 km hardlopen in Luxemburg op de Ironman.

Ik had al eerder aan kwart triatlons deelgenomen en train een aantal dagen per week met m’n maatjes van de triatlonclub. Een officiële Ironman was toch wel het doel waarvan ik had gedroomd. Had er nog nooit mijn tanden in durven te zetten. Het was iets super cools waar ik als kind al over fantaseerde. Iets wat alleen voor de allerbeste, perfecte superatleten was weggelegd. Zo dacht ik. Maar luister even waar ik tijdens mijn reis achter kwam.

Op de 17e juni verzamelden zich meer dan 2000 atleten uit de hele wereld in Remich Luxemburg. Iedereen stond die dag net als ik om 5 uur ‘s ochtends naast zijn bed. Goed eten, veel drinken, zonnebrand en ontzettend veel spullen inpakken. Want veel spullen heb je als atleet nodig om te zwemmen, fietsen en te lopen. Niets mag je vergeten. Heel veel gelletjes om te eten en bruistabletten met mineralen om te drinken. Naast je fiets met helm, schoenen voor ieder onderdeel en niet te vergeten je wetsuit en zonne- zwem- en fietsbril….de lijst van spullen is oneindig. De ontmoeting van alle toeristen en atleten in de stad was om van te genieten. Ik waande me even in de sfeer van een heus olympisch dorp. Iedereen vergaapt zich aan elkaars fietsen en de gezichten lijken gespannen en opgewonden. Iedereen heeft toegewerkt naar dit bijzondere moment. Iedereen heeft goede zin. Met 2.000 man sta je aan de waterkant. Je spreekt atleten uit de gehele wereld. Het startschot en dan ren je het water in. De chaos, het gespetter van mensen om je heen die tegen je aan zwemmen, een been een arm. Het duurt even voordat ik mijn adem onder controle en mijn zwemslag te pakken heb. Om de boei…tegen de stroom in, nog 1,5 km te gaan. Dan ben ik de tijd even kwijt. Word abrupt wakker als ik bij een meneer met mijn handen zijn voeten hard aantik. En dan is er alweer het einde. Ik krijg een hand van een vrijwilliger om het water uit te komen. Rennen naar de transitie tent. Ik pak mijn tas. M’n wetsuit uit, fietshelm op, gelletjes in het zakje van mijn pak, fietsschoenen aan. Rennen naar mijn fiets…ik vind hem tussen al die fietsen. Rennen naar de uitgang. Ik spring op mijn fiets en begeef me tussen een uitzinnig enthousiast publiek in Remich. Ik voel de hernieuwde energie en sprint met een snelheid van 40 km langs de Moezel comfortabel liggend op mijn ligstuurtje. Nu moet ik veel drinken en eten. Het is inmiddels 32 graden en na zo’n 35 km vlak ga ik met een scherpe bocht steil aan de eerste beklimming beginnen. De fietstocht is best pittig want de temperatuur stijgt naar 36 graden. Ik ben blij als ik weer in Remich aankom waar ik de lopers al bezig zie. Ik spring van mijn fiets en ren de transitie zone in. Ik moet, door het overmatige drinken, plassen. Ik baal want dat kost tijd en is onhandig…maar het moet maar.

Als ik naar de wc’s ren zie ik een triatleet in een rolstoel. Hij groet mij rustig en dan rijdt hij met zijn handbike weg. Ik denk…wauw wat knap! Mijn zorg over mijn plasmomentje valt van me af. Ik ren het parcours weer op en begin aan het laatste slopende onderdeel: de halve marathon. Op het asfalt zie ik menig atleet helemaal kapot gaan. Niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk want ik zie mensen stoppen en door ambulancepersoneel opgelapt of afgevoerd worden. Ik drink alles wat me aangeboden wordt, van sportdrank, cola tot RedBull…het maakt me niet uit als het maar vloeibaar is. Het is zwaar. En dan zie ik ze weer tussen alle lopers. De atleten met beenprotheses, handbikers, slechtziende lopers die in tandem lopen…. Mijn eigen prestatie voelt in één keer zoveel kleiner dan dat wat ik bij die atleten zie. Wat ongelofelijk sterk. Als je het over sport of over Ironmans hebt zouden we het allemaal over onze paralympische sporters moeten hebben. Wat zij presteren is de sportprestatie zelf met daarnaast een extra uitdaging. Ik kom een man tegen die niet mooi synchroon kan lopen met zijn beenprothese, het moet pijnlijk en extra zwaar voor hem zijn, maar hij loopt dezelfde afstand als ik. Wat een kracht zie ik lichamelijk en mentaal. Ik ontmoet een handbiker die naast zijn zwemmen, ook zijn fietsen en lopen allemaal met zijn armspieren klaart. Wat een power.

Om kort te zijn. Ik loop over de finish, voel me nog sterk, ben natuurlijk moe maar voel ontroering. Ik pink een traantje weg. Mijn maatjes geven me een knuffel. Ik ben gelukkig en voel me best even sterk. Zo sterk als een Ironman maar als ik dan weer denk aan die sterke paralympische toppers wordt dat heel relatief. De Ironman heeft wereldwijd een motto. En zo voelde ik het die dag ook. “Ironman, anything is possible!” Maar voor mij zou daar met deze paralympische sporters in het achterhoofd nog wel iets aan toegevoegd mogen worden: “Ironman, anything is possible, even if everyone believes it is not”!



Jobra helpt opdrachtgevers:

  • hun betekenis te ontdekken en zichtbaar maken;

  • zichzelf strategisch te versterken;

  • zich te verbinden met de samenleving;

  • de organisatie (opnieuw) op de kaart zetten.


benieuwd waar wij jou mee kunnen helpen? Neem contact op